Aangeboren heupdysplasie (congenitale heupdysplasie)
Hier vindt u meer informatie over de behandeling van heupdysplasie.
Aangeboren heupdysplasie
Heeft uw kind heupdysplasie? Is er op het consultatiebureau een vermoeden uitgesproken? Als na de geboorte van uw kind blijkt dat het heupgewricht niet goed ontwikkeld is, is er sprake van een aangeboren heupafwijking. De gangbare namen hiervoor zijn heupdysplasie, congenitale heupdysplasie, dysplastische heupontwikkeling (DHO) of ‘developmental dysplasia of the hip‘ (DDH). Tijdige behandeling kan dit oplossen. Hieronder leest u meer over de mogelijkheden van een behandeling voor uw baby op de orthopedie afdeling van Zuyderland Medisch Centrum in Heerlen en Sittard.
Wat is heupdysplasie?
Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen, draait de heupkop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dat is mogelijk omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit, een glad, verend weefsel. Bij heupdysplasie is het heupgewricht niet goed ontwikkeld. De heupkom is niet diep genoeg en omsluit de heupkop niet goed. De heupkop kan daardoor gemakkelijk uit de ondiepe kom glijden. Het is zelfs mogelijk dat de heupkop helemaal niet meer in de kom komt. Dan is er sprake van heupluxatie. Heupdysplasie is een van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen die na de geboorte tot uiting komen. Heupdysplasie is niet pijnlijk, maar als deze afwijking niet wordt behandeld, kan later artrose (slijtage) ontstaan. Heupdysplasie komt bij ongeveer twee procent van alle baby ’s voor.
Uw specialisten
Dr. W.L.W. van Hemert
Orthopedisch chirurg
Algemene orthopedie, Heupprotheses en revisies, Wervelkolom, Complexe traumatologie, Kinderorthopedie
M.J.A. van de Linde
Orthopedisch chirurg
Algemene orthopedie, Kinderorthopedie, Heup en knieprotheses, Knierevisies, Complexe Traumatologie
Meer informatie over heupdysplasie – heupluxatie
Wat zijn de oorzaken van heupdysplasie?
De oorzaak van heupdysplasie is niet helemaal duidelijk, al lijken erfelijke factoren een rol te spelen. De afwijking komt veel vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Ook de ligging van de baby in de baarmoeder lijkt van invloed te zijn: bij stuitligging komt heupdysplasie iets vaker voor. In hoeverre een bepaalde houding na de geboorte de afwijking kan verergeren, is moeilijk vast te stellen. Het dragen van de baby in een draagzak, in heupspreidpositie, is in ieder geval gunstig. Strekken van de benen, bijvoorbeeld om de lichaamslengte te meten, wordt afgeraden.
Hoe wordt een aangeboren heupafwijking vastgesteld?
Het is zeer belangrijk dat heupdysplasie in een vroeg stadium wordt ontdekt. Daarom wordt elke baby direct na de geboorte en tijdens het bezoek aan het consultatiebureau onderzocht. Als de orthopedisch chirurg vermoedt dat er sprake is van een heupafwijking, is aanvullend onderzoek noodzakelijk. In dat geval moet een röntgenfoto worden gemaakt. Deze foto levert echter pas na de derde levensmaand van uw kind informatie op. De arts kan ook een röntgencontrast-onderzoek laten uitvoeren: dat gebeurt als de heupkop zo ver uit de kom is, dat deze niet gemakkelijk kan worden teruggeplaatst. Uit het onderzoek moet blijken of er weefsel tussen de kop en kom zit. Dit weefsel kan het terugplaatsen van de heupkop verhinderen.
Wanneer is een behandeling noodzakelijk?
Onder de leeftijd van drie maanden geneest heupdysplasie vaak spontaan: er is dan geen behandeling noodzakelijk. De behandeling vindt meestal plaats in de leeftijdsfase van drie tot zes maanden. Als de heup echt uit de kom is (heupluxatie), is in de regel ziekenhuisopname nodig. Een operatie is noodzakelijk als de ziekenhuisbehandeling om de heup weer op zijn plaats te krijgen niet lukt, of er weefsel tussen de heupkop en de kom zit. Tijdige behandeling van heupdysplasie en heupluxatie geeft in veruit de meeste gevallen een goed resultaat. Door de behandeling kunnen toekomstige gewrichtsproblemen worden voorkomen. Vrijwel alle behandelde kinderen ontwikkelen een goed heupgewricht en kunnen een normaal leven leiden.
Hoe verloopt het eerste consult bij een vermoeden op heupdysplasie?
Nadat u met uw kind bent verwezen naar het spreekuur, wordt er voor u een afspraak gemaakt op het kinderspreekuur. De orthopedisch chirurg zal u vragen of er een stuitligging was tijdens de bevalling. Ook willen we graag weten of andere mensen in de familie heupdysplasie hebben gehad. Meestal is er al een echo gemaakt, anders maken we hiervoor graag een afspraak. Indien is vastgesteld dat er sprake is van heupdysplasie, wordt direct gestart met een behandeling. Dit betekent dat er een spreidvoorziening wordt aangebracht. In de meeste gevallen is dit een Pavlik-bandage.