Hallux rigidus

Na uw doorverwijzing door de huisarts, volgt een eerste consult met de orthopedisch chirurg. Voor het stellen van de diagnose hallux rigidus wordt uw grote teen onderzocht en er wordt een röntgenfoto gemaakt. Daarbij valt op dat het gewricht gezwollen is, dat de functie van het gewricht is verminderd en dat de maximale beweging van het gewricht meestal pijnlijk is. Op de röntgenfoto is de slijtage goed zichtbaar.

Als verwacht wordt dat uw pijnklachten niet op te lossen zijn met een aanpassing van uw schoenen, bespreekt de orthopeed de mogelijkheden van een operatie met u. Afhankelijk van de ernst van de slijtage, zijn er twee mogelijkheden: het verwijderen van de woekeringen aan de bovenzijde van het gewricht (cheilectomie) of het vastzetten van de teen (arthrodese). De chirurg overlegt met u van welke behandeling u het beste resultaat mag verwachten.

Bij een cheilectomie wordt het gewricht van uw grote geopend en worden de randwoekeringen van het gewricht verwijderd. De functie van het gewricht zal hierdoor enigszins toenemen. De herstelperiode van een cheilectomie vergt enige maanden. Het grote voordeel van deze operatie is dat er nog enige functie van het gewricht overblijft.

Bij een arthrodese – of het vastzetten van de grote teen – verwijdert de chirurg allereerst het aangetaste kraakbeen rondom het teengewricht. Vervolgens wordt het gewricht met schroeven en/of een plaatje vastgezet, zodat beide delen van het gewricht aan elkaar vastgroeien. Hoewel het gewricht niet meer beweeglijk zal zijn, verdwijnt de pijn wel. De stand van de grote teen wordt zó bepaald, dat u meestal weer normaal schoeisel kan dragen. Schoenen met hoge hakken kunt u echter niet meer dragen. Na de operatie kunt u uw voet weer krachtiger afzetten dan vóór de operatie, meestal zonder last van het vastgezette gewricht. Ook op de lange termijn geeft deze ingreep goede resultaten. Dit maakt de behandeling voor zowel oudere als jongere volwassenen geschikt.

Tijdens de cheilectomie is het gewricht van uw grote teen schoongemaakt. Meestal wordt deze operatie uitgevoerd tijdens een opname op de Dagverpleging, zodat u dezelfde dag weer naar huis kunt gaan. Al vraagt het herstel van het schoonmaken van het grote teengewricht minder tijd dan na een arthrodese, toch duurt het minimaal twee maanden.

• Vanaf de eerste dag na de operatie is het zinvol om het gewricht te oefenen. Dit lukt vaak het makkelijkst door de teen met uw vingers te bewegen. Het actief bewegen van de teen is in het begin meestal niet mogelijk door de zwelling na de operatie.
• U mag de voet direct na de operatie belasten. In het begin is dit vaak pijnlijk. Daarom krijgt u een speciale (voorvoetontlastende schoen) mee om op te lopen in de eerste weken.
• U mag het drukverband 3 dagen na de operatie zelf verwijderen. Daarna volstaat het om een pleister over de wond te plakken.
• Na 2 weken worden de hechtingen verwijderd tijdens het orthopedisch spreekuur. U krijgt hiervoor een afsprakenkaartje mee. Verdere controle is dan in de regel niet meer nodig.

Hieronder vindt u meer informatie over het verloop na de operatie.

• Bij een arthrodese is uw grote teengewricht vastgezet. U mag de dag ná de ingreep weer naar huis, als alles goed gaat.
• Na de operatie mag u meteen uit bed en met een speciale (zogenaamde ‘voorvoetontlastende’ schoen) lopen. Het is belangrijk dat u luistert naar de signalen van uw lichaam. Als u teveel pijn hebt of krijgt, is het verstandiger om te rusten.
• De eerste week dient u niet teveel te lopen en uw been hoog te houden als u zit.
• Het drukverband mag u 3 dagen na de operatie zelf verwijderen. Daarna volstaat het om een pleister over de wond te plakken.
• Na 2 weken worden de hechtingen verwijderd tijdens het orthopedisch spreekuur.
• Na 6 weken wordt een röntgenfoto gemaakt om te controleren of de teen goed vastgroeit. Als dat het geval is, mag u weer een ruime schoen of pantoffel dragen.
• De zwelling van het operatiegebied kan drie tot zes maanden aanhouden.
• Na 3 maanden wordt opnieuw een röntgenfoto gemaakt ter controle.

Net als na iedere andere operatie kunnen na een cheilectomie of arthrodese of van de hallux rigidus complicaties zoals een nabloeding, wondinfectie of trombose optreden. Deze complicaties zijn meestal goed behandelbaar. Na beide ingrepen kan het gewricht langere tijd gezwollen blijven.

Overige mogelijke complicaties bij de arthrodese van uw grote teen kunnen zijn:

• Bij een arthrodese bestaat een zeer klein risico dat het teengewricht in een verkeerde stand vastgroeit. Als uw schoen vervolgens niet goed meer past, kunt u klachten krijgen. Een nieuwe operatie is dan noodzakelijk. De nieuwe stand van het gewricht is cruciaal voor een goed resultaat. Bij een goed uitgevoerde operatie is de kans op een verkeerde stand echter zeer klein.
• Een andere mogelijke complicatie kan zijn dat het bot niet wil vastgroeien. Ook in dat geval is een tweede operatie noodzakelijk om het vastgroeien te stimuleren.

Wilt u weten hoe snel een hallux rigidusbehandeling gemiddeld ingepland kan worden? Kijkt u dan op deze pagina.